
HET IS WEER hommeles tussen de regering en delen van de sector gezondheidszorg. Nu zijn het niet de apotheken, verpleegkundigen en vakbonden in de ziekenzorg, maar is de ruzie met artsen in dienst van de Regionale Gezondheidsdienst (RGD) en hun particuliere collega’s. Ook bij dit dispuut blijkt geld de hoofdrol te spelen.
De RGD-artsen eisen een loonsverhoging van 150 procent en andere financiële voorzieningen. De regering zegt bij monde van minister Amar Ramadhin van Volksgezondheid niet te kunnen voldoen aan de looneis en vindt ook andere delen van het wensenpakket absurd. Resultaat van de patstelling is dat deze groep artsen haar acties heeft verscherpt. “De eis is onuitvoerbaar”, zegt de minister, die zich voorts beroept op de ILO-conventie dat geen vakbondsacties worden gevoerd zolang partijen nog in gesprek zijn met elkaar. De onderhandelingen, die al acht maanden gaande zijn, zijn nog gaande, meent de bewindsman, die aangeeft niet met het mes op de keel te zullen praten.
Waarom moeten belanghebbenden steeds weer actie voeren om, waar zij contractueel met de overheid aanspraak op maken, te krijgen?
Als de actie van de artsen in overheidsdienst niet genoeg was, roeren ook de particuliere collega’s, verenigd in de Vereniging van Medici in Suriname (VMS), zich. Zij komen in opstand tegen het stelselmatig laat krijgen van hun geld door het Staatsziekenfonds (SZF). Ze komen dus niet in beweging om meer geld, maar om de autoriteiten te bewegen op tijd de maandelijkse overmakingen voor verrichte diensten te doen. Door de late betalingen door het SZF komen de artsen in problemen met hun financiële verplichtingen jegens derden en ook in de privésfeer. Tijdens een vergadering donderdag heeft de VMS besloten dat vanaf vrijdag (vandaag) uitsluitend spoedgevallen zullen worden behandeld.
Het vraagstuk van stelselmatig late betalingen door de overheid of haar werkarmen is geen nieuw fenomeen. Echter, het is na jaren nog steeds niet duidelijk waarom vanuit het ministerie van Financiën en Planning de reguliere overmakingen naar instituten, zoals het SZF, niet tijdig plaatsvinden. Waarom moeten belanghebbenden steeds weer actie voeren om, waar zij contractueel met de overheid aanspraak op maken, te krijgen?
Tegen de achtergrond van deze nijpende financiële vraagstukken rijst de vraag waarom het nodig was om uit de staatsbegroting een smak geld te reserveren voor de bouw van een nieuwe vergaderzaal voor De Nationale Assemblee, terwijl het parlement het nog even zou kunnen doen met de huidige accommodatie? Er dient een drastische aanpassing te komen ten aanzien van het allocatiebeleid van de regering. Gelet op de huidige financieel-economische en sociaal-maatschappelijke problemen waarmee de samenleving kampt, is elke onnodige onderbreking van voorzieningen, zoals medische zorg, er één te veel.