
Anorexia en boulimia zijn ‘zusters’ die beide psychologische stoornissen zijn, maar waarvan de uiterlijke symptomen een medisch voedingskundig karakter hebben. Beide hebben ze uiterlijk met zichtbare symptomen van eetpatronen te doen, maar de onderliggende oorzakelijke factoren zijn psychologisch.
Tekst Richenel Ellecom
Beeld Can Stock / Shutterstock
Omdat de twee stoornissen voor 90 procent bij vrouwen, vooral adolescenten en jongvolwassenen voorkomen, zal ik voor het gemak het persoonlijk voornaamwoord ‘zij’/’ze’ of bezittelijk voornaamwoord ‘haar’ gebruiken. Het voorgaande houdt in dat 10 procent van de gevallen bij jongemannen voorkomt.
De naam anorexia verklapt al de dynamiek van de stoornis en betekent verlies van eetlust. Nervosa betekent nervositeit of obsessie. De patiënt die lijdt aan deze stoornis heeft een obsessie met beperking van de eetlust. Ze heeft een foute perceptie over haar lichaamsgewicht en beperkt haar eetlust om haar vervormde realiteit te monitoren en te behouden.
Bij anorexia heef de patiënt een perceptie dat ze te dik is, dus overgewicht heeft, terwijl de weegschaal een normaal gewicht aangeeft of zelfs onder haar ideale gewicht is. Voor de familie en vrienden lijkt het totaal onlogisch dat de persoon in kwestie niet wil eten, omdat die wegkwijnt en vermagert en toch aangeeft dat zij te zwaar weegt.
Het is duidelijk dat dit een denk- of inschattingsfout is. Terwijl de persoon naar het schaalgewicht kijkt, interpreteert die het schaalgewicht op een abnormale manier. De visuele informatie is juist, maar de interpretatie daarvan is verprutst als je de patiënt voor de spiegel plaatst en zij kijkt naar haar vermagerde gezicht en holle wangen en toch zegt dat zij te dik is.
Onderliggende oorzaken
De oorzaak van anorexia is niet goed begrepen, omdat er verschillende factoren zijn die op elkaar inwerken en de symptomen veroorzaken. De onderliggende oorzaken die worden aangedragen zijn: sociaal-culturele-, psychologische-, traumatische-, genetische-, medisch voedingskundige- en neurobiologische factoren, invloed van de media en familie en groepsdruk. Het is daarom een foutieve benadering om slechts de medisch voedingskundige en biologische factoren in acht te nemen bij de behandeling.
Ik heb in het buitenland meegemaakt dat patiënten een psychofarmalogisch middel kregen voorgeschreven om de obsessie te onderdrukken met een beetje dieet begeleiding. Deze benadering heeft uiteraard geen soelaas geboden.
De tweede foutieve benadering is dat de patiënt binnen enkele sessies over de obsessie zal heen stappen en het genot van heerlijk voedsel zal ervaren en een normaal eetpatroon zal oppakken. Ook dit is een illusie. Om deze ongegronde verwachtingen te voorkomen moet er een grondige anamnese worden verricht, liefst multidisciplinair, om alle mogelijke oorzaken te toetsen en de voor de patiënt belangrijke oorzaken mee te nemen in de behandeling.
De epidemiologie van anorexia en boulimia ligt tussen 1 en 2 procent van de bevolking in westerse landen. Dat betekent dat er in Amerika ongeveer acht miljoen en in Nederland 350.000 gevallen voorkomen.
Van Suriname heb ik geen cijfers kunnen natrekken, maar als we de statistieken kunnen generaliseren dan zou dat moeten liggen rond de twaalfduizend gevallen. Suriname is wel uniek, omdat de bevolkingssamenstelling sterk heterogeen is. Dat zou kunnen maken dat de statistieken afwijken van een normale trend vanwege culturele factoren en familie- en groepsdruk.
Kennis en ervaring
Zoals eerder gesteld moet er een multidisciplinair of liefst een geïntegreerd team met een teamleider zijn dat een grondige anamnese doet. Dit betekent dat de behandelaren niet alleen goede kennis en ervaring moeten hebben in hun specialisatie met dit ziektebeeld, maar dat ze ook moeten zijn afgestemd met het hele behandeltraject.
Ze moeten ook kunnen inspelen op de behoefte van de patiënt om de andere teamleden te kunnen ondersteunen. Een grote uitdaging in Suriname is de heterogene samenstelling van de bevolking waarbij sommige sociaal-culturele factoren niet direct zichtbaar zijn voor de behandelaar.
Wanneer de onderliggende factoren bekend zijn, moeten die factoren die het leven van de patiënt het meest bedreigen, zoals uitdroging, disregulatie van elektrolyten, ondervoeding, hart- en stemmingsstoornissen, eerst worden aangepakt. Wanneer deze zijn gestabiliseerd, moeten de initiërende en ondersteunende factoren op de lange baan worden aangepakt, om de patiënt te helpen een normaal levenspatroon te creëren. Dit proces kan maanden duren. Hoe sneller de behandeling wordt aangepakt, hoe sneller de patiënt haar levenspatroon kan ‘reconstrueren’.
Veelal is het niet de patiënt zelf die hulp zoekt voor haar anorexia symptomen. Dit komt omdat ze de obsessie met lichaamsgewicht als een oplossing ziet voor de oplossing voor het probleem dat zij ervaart. Zoals eerder gesteld ziet de patiënt het vermageren als de oplossing voor haar probleem, dus is er geen reden om hulp te zoeken.
Familieleden en vrienden om haar heen moeten alert zijn als ze bij de persoon in kwestie, die geen bekende medische aandoening heeft, binnen korte tijd drastisch en snel gewichtsverlies zien, constante obsessie heeft met gewicht en voedsel, haar dieet sterk beperkt, maaltijden overslaat, overmatig sport, verandering van haar uiterlijk vertoont en uitblijven van menstruatie ervaart. Tot zover anorexia.
(lees verder onder de foto)

Laag zelfbeeld
Bij boulimia is de patiënt wel geïnteresseerd in lekker eten, maar is bezorgd over wat het gevolg kan zijn van een grote maaltijd met extra calorieën. Eigenlijk speelt bij boulimia de vrees voor overgewicht een grote rol. Het is dus de obsessie om het lichaamsgewicht te controleren en overgewicht te vermijden en toch te genieten van lekker eten, door aan ‘binge eating’ te doen. Hierbij eet de persoon een aantal dagen te veel, gaat daarna braken, gebruikt laxatieven, sport overmatig of vast dagen achtereen om de extra ingenomen calorieën weg te werken.
Ook bij boulimia heeft de patiënt een vervormde perceptie van haar lichaamsvorm en gewicht. Vaak schaamt de persoon zich over haar ‘binge eating’ of eetbuiengedrag en voelt zich schuldig hierover. Mensen met boulimia verbergen hun eet- en braakgedrag uit vrees dat ze zullen worden bekritiseerd. Vaak hebben ze een laag zelfbeeld en raken geïsoleerd in de sociale sfeer.
De onderliggende oorzaken kunnen zijn: stressoren, depressie, angstsyndroom of andere psychologische onderliggende factoren waarmee de persoon worstelt. Het eetbuien- en braken gedrag is voor die persoon een manier om het evenwicht in haar leven te herstellen, ook al is dit een onaangepaste manier van doen.
Behandeling
De behandeling van deze twee syndromen is niet gemakkelijk. Zoals eerder aangeven is de meest efficiënte aanpak dat door een geïntegreerd medisch/psychologisch team. Minder efficiënt is een multidisciplinair team waarbij iedere specialist zijn/haar onderdeel doet, maar niet goed is geïnformeerd en geen ervaring heeft met de dynamiek van het syndroom.
Uit mijn ervaring belandt de patiënt eerst bij de huisarts vanwege het oppervlakkige gewichtsverlies of complicaties die te maken hebben met een elektrolyten stoornis vanwege het eetgedrag. Wanneer het succes uitblijft bij de typische eenzijdige behandeling, wordt de patiënt doorverwezen voor specialistisch onderzoek en uiteindelijk belandt ze bij een psycholoog.
Ik pleit voor een goede anamnese bij de huisarts, waarbij een goede analyse wordt gemaakt van het eetgedrag van de adolescenten en jongvolwassenen die een plotselinge lichaamsgewicht stoornis vertonen, zonder een primaire onderliggende medische oorzaak.
*Als de lezer verdere informatie over deze syndromen wenst, mag die contact maken met de schrijver van dit artikel
Richenel Ellecom, Psy.D., Dr. P.H., HSPP, is preventieve geneeskundige en medisch voedingskundige specialist, alsook klinisch en forensische neuropsycholoog. (Tel.: 899-6441/E-mail: [email protected])