
Suriname onderzoekt officiële communicatielijn
door Ivan Cairo
PARAMARIBO — De goedkeuring van een Palestijnse ambassadeur voor Suriname is niet zo makkelijk omdat er bepaalde factoren zijn waar rekening mee gehouden dient te worden. Dat zegt minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (Bibis) tegen de Ware Tijd. Zijn ministerie is intussen bezig te onderzoeken met welke diplomatieke vertegenwoordiging van Palestina formeel dient te worden gecommuniceerd.
Eerder kwam alle communicatie vanuit de Palestijnse missie in Caracas, Venezuela, maar nu worden stukken vanuit een missie in de Verenigde Staten naar Paramaribo gestuurd. “Wij krijgen normaliter vanuit de missie van Palestina in Caracas officiële communicatie. Dat is al jaren de officiële lijn. Ook aanvragen voor agrément zijn via de missie in Caracas gekomen. Daarin is nu blijkbaar iets gewijzigd. Wij zijn daarvan niet op de hoogte gesteld”, meent Ramdin.
Voorzichtigheid
Omdat er werd getwijfeld aan de authenticiteit van stukken die uit de VS werden ontvangen de afgelopen periode heeft Suriname daarop nog niet gereageerd. “We zijn aan het uitzoeken wat de status is van ambassadeur Sobeh in Richmond, Texas, die ons communicatie stuurt en wat de status is van die communicatie. Want wij zijn nooit geïnformeerd dat er een speciale ambassadeur is voor het Caribisch Gebied en er is ook geen agrément voor haar aangevraagd, als zodanig”, stelt de minister. “In deze situatie, waar er zo veel misinformatie is, gaan we voorzichtig om met alles wat we ontvangen.”
Suriname, dat voorstander is van de tweestatenoplossing die door de Verenigde Naties wordt gepropageerd, heeft in februari 2011 Palestina als zelfstandige staat binnen de in 1967 vastgestelde grenzen erkend. Echter, deze erkenning is nog niet afgerond met de benoeming van ambassadeurs over en weer.
Status Palestina
In 2018 richtte Palestina een verzoek aan de regering om agrément te verlenen aan de voor Suriname aangewezen ambassadeur. In september 2022 werd opnieuw zo een verzoek gedaan. Ramdin zegt dat het niet eenvoudig is om agrément te verlenen aan een officiële diplomatiek vertegenwoordiger van de Palestijnse staat.
Om tot een definitief besluit te komen, wordt allereerst gekeken naar de internationale context. Intussen wordt voor de president een advies ten aanzien van toestemming voor een Palestijnse ambassadeur voorbereid. Ramdin zegt dat er rekening mee wordt gehouden dat Palestina nog niet als land is toegelaten tot de VN. “En dat is wel belangrijk voor ons.”
Palestina heeft de waarnemersstatus. De Palestijnse Bevrijdingsorganisatie wordt door 139 landen erkend als de legitieme vertegenwoordiging van het Palestijnse volk. “Het is dus veel complexer dan een regelrechte agrément aanvraag van een land dat is geaccrediteerd bij internationale organisaties met een vertegenwoordiger. Dat is nog niet zo in het geval van Palestina.”
Diplomatieke nota’s
Op 9 oktober, twee dagen na de aanslagen van terreurbeweging Hamas in Israël, stuurden de Palestijnse autoriteiten een brief naar Bibis, waarin gevraagd werd naar Surinames standpunt naar aanleiding van de bombardementen in de Gazastrook door het Israëlische leger. Er zijn intussen al meer dan tweeduizend dodelijke slachtoffers gevallen onder burgers. Suriname heeft op dat verzoek nog niet gereageerd. Dat zal pas gebeuren wanneer is vastgesteld of de ontvangen brief daadwerkelijk van de Palestijnse regering komt, zegt de bewindsman.
Per diplomatieke nota heeft Suriname op 9 oktober, na een verzoek van Israël, de aanslagen van Hamas veroordeeld en opgeroepen tot een vreedzame oplossing van het geschil. Op die dag is ook in Caricom-verband een verklaring uitgegeven waarin de aanslagen worden afgekeurd en dat acties die kunnen leiden tot dodelijke slachtoffers onder onschuldige burgers achterwege moeten worden gelaten.
Suriname ‘neutraal’
Ramdin zegt dat met de diplomatieke nota aan Israël Suriname niet de kant van de Joodse staat heeft gekozen, maar puur de terroristische aanslagen heeft veroordeeld. Het land kiest volgens hem geen kant in het conflict en streeft met andere naties naar een vreedzame oplossing en dat alle partijen zich houden aan het internationaal recht en het internationaal humanitair recht.
De bewindsman roept op dat de ontwikkelingen in het Midden-Oosten niet worden aangegrepen om tweespalt te brengen in de Surinaamse samenleving. “Men moet niet afgaan op misinformatie.” Volgens hem heeft Bibis het standpunt van de regering de afgelopen dagen op een correcte wijze weergegeven zonder partij te hebben gekozen voor Israël of Palestina. Er is gekozen voor rechtsbeginselen, diplomatie en waarborging van mensenrechten. Het conflict mag, aldus Ramdin, niet escaleren en zich niet uitbreiden omdat anders een vreedzame oplossingen moeilijker wordt.