
ROZENGEUR / Gerold Rozenblad
Goede raad is duur, wordt vaak gezegd. En hoewel dit waar is, hoeft dat niet altijd zo te zijn. Soms is goede raad goedkoop. Spotgoedkoop. Het ligt er maar aan of het wordt gewaardeerd als goede raad. Soms kan het aan jezelf liggen dat uiteindelijk de raad inderdaad duur blijkt uit te vallen. Zoals nu het geval is rond het bouwwerk waarin de vergaderzaal van De Nationale Assemblee gehuisvest zal worden.
Maandag houdt minister Henry Ori spoedoverleg met deskundigen, terwijl zij collega van Openbare Werkan, Riad Nurmohamed, alle relevante documentatie aangaande Surinaams gebouwd erfgoed heeft opgevraagd om te bestuderen. Je zou ervan uitgaan dat bij een goede voorbereiding deze stappen reeds maanden terug waren genomen. Naar nu blijkt, niet dus.
Pas nadat de kritiek die eerst binnenshuis werd geleverd over het niet voldoen aan de voorwaarden betreffende de Werelderfgoed lijst, ook in het openbaar werd geuit door zowel nationale als internationale organisaties komt er beraad. Het is een lange lijst. Wanneer er zoveel kritiek is, moet er iets mis zijn.
“Maar het toppunt van ondoordachtheid gaf Nurmohamed met de uitspraak dat wij zelf een nieuwe lijst van monumentale panden zullen samenstellen”
En dan wordt goede raad inderdaad duur. Chan zag in feite de bui reeds hangen. Bij het startsein van de bouw had hij het, zich bewust van de vele kritiek, nog over dat er transparantie, communicatie, informatie en bijstelling nodig is. Bijstelling! Het meest opvallend is de reactie van Nurmohamed.
Terwijl zijn chef nog probeerde de zaak te sussen, zou en moest hij hoog van de toren blazen. Op TV zag en hoorde ik hem zeggen dat hij nog wat vragen heeft voor Unesco. Alsof hij elke letter van het papierwerk kende.
Niet dus, want nu pas vraagt hij documenten op, om te bestuderen. De mondige minister liet het niet daarbij en meent dat “het buitenland” niet voor Suriname moet komen bepalen. Zal het zo zijn dat onze welgeleerde minister niet wist dat wie geld geeft, doorgaans condities daaraan verbindt? Hij moet weten dat een ruzie met de Unesco zeker niet zal bevorderen dat fincierders geld ter beschikking stellen voor behoud van onze historische binnenstad.
Maar het toppunt van ondoordachtheid gaf Nurmohamed met de uitspraak dat wij zelf een nieuwe lijst van monumentale panden zullen samenstellen. Met meer objecten daarop. Super! Alleen, als we nu niet in staat zijn de ‘korte’ lijst te onderhouden en via geld van ‘het buitenland’ een aantal panden die op instorten stonden, moeten renoveren, vraag ik mij af waar de minister het geld vandaan zal halen om de lange lijst te onderhouden. Die zal ons nog meer aan de bedelstaf helpen en datzelfde ‘buitenland’ in staat stellen om in feite nog meer over onze schouders mee te kijken.
De minister had liever gezwegen als zijn doorgaans even mondige college van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur. Of een politiek correct antwoord gegeven als zijn chef, Chan. Hij maakt het nu stukken moeilijker voor deze om inhoud te geven aan zijn uitingen over communicatie en vooral bijstelling.
Vooral dat laatste zal van (verlate) wijsheid getuigen. En een dure les voor Nurmohamed. Echter, hij kan zich getroosten met de uitspraak van een bekende politicus die ons erop wees dat wie denkt dat wijsheid duur is, niet weet hoe duur domheid is.