
door Tascha Aveloo
PARAMARIBO — “Het werken nu vraagt in vergelijking met de jaren zeventig en tachtig een totaal andere aanpak. Dat heeft Covid-19 ons geleerd.” Het pas gekozen bestuur van de Federatie van Aflegverenigingen in Suriname wil de dienstverlening bij het proces van ontvangst van een lijk tot aan de uitvaart hogerop tillen. De federatie streeft ernaar om alle betrokken personen en instanties hiervoor te motiveren.
Herkozen voorzitter Clifton Braam wil dat actoren, onder wie personeel van mortuaria, meer medemenselijkheid tonen aan nabestaanden en zich mee inleven in diens gevoelens. Hierdoor zal de dienstverlening minder zakelijk zijn dan nu nog het geval is. “Indertijd werden vaker trainingen verzorgd, onder meer in samenwerking met Covab. Maar wij willen dus nu gaan naar iets anders”, vertelt Braam. Hij is op 15 oktober herkozen als voorzitter, een functie die hij vanaf 15 juni 2019 bekleedt.
“Aflegger zijn is een levenshouding. Het is niet iets dat je gewoon komt doen”
Hedendaagse eisen
“Er is een flinke aanwas van jongere afleggers, maar er zijn ook ouderen die niet zo happig waren om over te dragen. Je doet er goed aan om al deze mensen nu goed te trainen.” De gedachte gaat uit naar het uitwerken van een langere opleiding waaraan is gekoppeld certificatie, waarbij er scholing plaatsvindt in het algehele proces van afleggen, anatomie, maar ook het rouwproces en hoe mensen in deze situatie actief bij te staan. “Omdat we ook weten dat er een moment komt, waarop mortuaria zullen moeten worden gecertificeerd moeten wij ready zijn.”
Een ander zeer belangrijk punt waar de federatie hard aan zal werken zijn de omstandigheden, waaronder afleggers moeten werken in de mortuaria. “Ik durf bijna te zeggen dat – behalve de particuliere mortuaria – geen enkel mortuarium voldoet aan de hedendaagse eisen, zoals voldoende ventilatie in de afleggersruimte, goede wastafels en sanitaire voorzieningen.”
Volgens de voorzitter zijn dat elementen die, wanneer ze niet goede functioneren, een gevaar kunnen vormen voor de gezondheid van de afleggers en andere mensen die er werken. Maar ook een goede opvang van nabestaanden is er niet. Hij wijst erop dat er nu ook meer en andersoortige ziekten zijn.
Minder zakelijke opstelling
Braam: “Waar we ook naar moeten kijken is wat de eigenlijke taak van mortuarium medewerkers is. In hoeverre moet hun taak aanvullend zijn op die van ons. Het is nu te zakelijk. We hebben beiden met nabestaanden te doen.”
De voorzitter stelt dat ook deze medewerkers een training moeten krijgen van hoe zij met nabestaanden moeten omgaan. “Je komt aan en dan worden vaak strakke vragen gesteld die snel moeten worden beantwoord. Een andere, meer op de situatie aangepaste aanpak zou mogelijk betere afhandeling van zaken opleveren.”
De federatie wil blijven werken waar ze aan is begonnen. Ze streeft naar een situatie om de sector te brengen naar een niveau waar dingen niet zo zakelijk zijn. “Mensen zitten al met verdriet en leed, hoe vang je ze op? Dat is niet een taak alleen van ons, want soms zijn wij niet aanwezig, wanneer moet worden gesproken met personeel over de uitvaart of het mortuarium. Het gaat om de benadering hoe men zich opstelt naar de nabestaanden toe. Er moet worden gekeken naar hoe ver de ondersteuning als aflegvereniging aan de nabestaanden reikt, de houding van dragers, gewoon iedereen in het proces.”
Braam pleit voor grotere betrokkenheid van de dienstverlenende partijen aan nabestaanden. “Soms is het zo zakelijk, het stoffelijk overschot wordt gehaald, afgeleverd bij de begraafplaats of het crematorium en er is niemand die zich er verder om bekommert. Deze elementen moeten in betere afstemming en cohesie zijn voor betere service.”
Liefde en respect
Hij noemt het een erkenning dat een relatie van een overleden persoon een aflegger benadert om het stoffelijk overschot af te leggen. “Het is een eer om die mensen te mogen bijstaan en de overledene zo representatief mogelijk klaar te maken voor zijn of haar laatste reis. En dat moet je doen met alle liefde en respect. Aflegger zijn is een levenshouding. Het is niet iets dat je gewoon komt doen. Je moet ervoor geroepen zijn, ervan houden, er helemaal in opgaan, het doen met alle liefde die je in je hebt onder welke omstandigheid dan ook.”
Hij stelt dat dit werk de kijk op het leven zeker zal veranderen. “Je zal een mooiere kijk hebben op de betrekkelijkheid van het leven”, aldus Braam. De overige leden van het bestuur zijn Sherida Vyent (ondervoorzitter), Letitia Wasberg (algemeen secretaris), Frisco Leming (eerste penningmeester), Marcia Sloote (tweede penningmeester), Rinia Brewster en Marcel Westerveld (commissarissen).