
HET HOGE WOORD is er bij president Chandrikapersad Santokhi eindelijk uit: er komt geen nationale dialoog. Zoals al werd vermoed, heeft het staatshoofd zich enorm aan deze klus vertild. Hij zou deze dialoog opstarten na de protesten, rellen en plunderingen van vrijdag 17 februari. Hij wilde groeperingen aanhoren om problemen te inventariseren en eventuele oplossingsmodellen aan te horen.
Maar toen hij eerst wekenlang honderden zogenaamde voorgesprekken voerde “ter voorbereiding op de nationale dialoog”, zag vrijwel iedereen de bui al hangen dat die dialoog een stille dood zou sterven en waarschijnlijk tot helemaal niets zou leiden. Santokhi ging met deze zogeheten pre-dialoog weliswaar voortvarend aan de slag en schoof wekenlang zijn andere werkzaamheden terzijde om meer dan honderd gesprekken te voeren.
Het schrappen van de nationale dialoog is een klap in het gezicht van iedereen die mee heeft gewerkt aan – en kostbare tijd heeft vrijgemaakt voor – de pre-dialogen
Alle resultaten van die gesprekken zouden worden samengevat en gebundeld en hadden als leidraad moeten dienen voor de daadwerkelijke nationale dialoog. Maar die komt dus niet meer. In de plaats van die geflopte dialoog komen er nu “structuren die de uitvoering van het beleid zullen monitoren”, zegt de president. “Het wordt geïnstitutionaliseerd in een monitoringsteam.”
Het staatshoofd zegt verder dat “de samenleving tijdens de pre-dialoog helder heeft aangegeven waar de regering de prioriteiten moet leggen en wat anders moet worden gedaan. Ook wat de gemeenschap irriteert, is aan de regering kenbaar gemaakt. De inzichten van de burgerij zijn vervolgens vertaald in een actieplan van activiteiten en maatregelen waar voor de uitvoering er al geld is.”
Het heeft er alles van weg dat Santokhi ook niet meer wist hoe hij de dialoog tot een goed einde moest brengen en daardoor er met een ongeloofwaardig en omslachtig verhaal een einde aan heeft gemaakt. overigens, de uitvoering van het onlangs gepresenteerde actieplan wordt al begeleid door het ‘Coördinatiebureau ter uitvoering van het actieplan 2e helft van de regering’, onder leiding van VHP-topper tevens adviseur van de president, Urmila Ramlagansing.
Wat het nog in te stellen monitoringsteam, waarin volgens de president maatschappelijke groepen zullen zijn vertegenwoordigd, voor extra bijdrage kan leveren en in hoeverre de leden het plan onafhankelijk kunnen bijsturen, is onduidelijk. Los daarvan is het schrappen van de nationale dialoog een klap in het gezicht van iedereen die mee heeft gewerkt aan – en kostbare tijd heeft vrijgemaakt voor – de pre-dialogen. Zij zullen nu het gevoel hebben dat het allemaal voor niets is geweest. Maar ze hadden er bij voorbaat al rekening mee moeten houden. Immers, het is de zoveelste keer dat de president zijn belofte niet nakomt.