
De commissie ‘Herstructurering Surinaams voetbal’ – met een profcompetitie als onderdeel – heeft in alle stilte gewerkt aan het plan de langverwachte sectie profvoetbal vorm en inhoud te geven. In een uitgebreid interview met de Ware Tijd geeft Rolf Verwey, de voorzitter van de commissie, de route van de vernieuwing aan, alsook zijn mening en die van de stuurgroep over het project. Vandaag deel 1.
Tekst Stan Herewood
Beeld dWT archief/Straffon Images-Victor Straffon
Hoewel de naam profleague de ronde doet, is nog niet zeker of de commissie de naam zal handhaven. Het streven is er wel op gericht de voetbalgemeenschap te betrekken bij het bedenken van een passende naam.
De Wereldvoetbalbond (Fifa) heeft gelden vrijgemaakt om een zogeheten profcompetitie van de grond te tillen. De internationale federatie wil op korte termijn landen die nog geen profstatus hebben met geld en deskundigheid ondersteunen om de nieuwe weg op te gaan.
Zowel de regionale (Concacaf) als mondiale overkoepeling (Fifa) heeft Suriname (lees: de Surinaamse Voetbalbond/SVB) de afgelopen maanden aan de hand genomen om de stap te doen. Deskundigen hebben gesprekken gevoerd met bonden en verenigingen over de mogelijkheden van een profcompetitie. Vruchtbare gesprekken zijn omgezet in documenten en zijn verder in studie genomen.
De consultaties van de Fifa-deskundigen hebben geleid tot de goedkeuring van de oprichting van de commissie ‘Herstructurering Surinaams voetbal’. Aanname van de nieuwe statuten van de Surinaamse Voetbalbond eerder dit jaar geeft leden de mogelijkheid hun bestuurlijke mechanismen beter af te stemmen op de grondslagen die de internationale lichamen belast met sturing, ontwikkeling en hantering van standaarden voor het bereiken van vooruitgang van het mondiale voetbal.
Kinderschoenen
Een land als Suriname staat wat dat betreft nog in de kinderschoenen. Vandaar dat de roep naar het volgen van de internationale trend duidelijk hoorbaar is. Er hoeft geen misverstand over te bestaan dat zonder onderzoek naar gedaan te hebben, duidelijke aanwijzingen zich hebben geopenbaard dat het wemelt van sporttalenten in Suriname, voetbaltalenten in het bijzonder.
Onderbouwing hiervan vertaalt zich in de grote waardering voor Surinaamse internationals en clubiconen in het Caribisch Gebied vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw. Het was het gouden tijdperk toen Surinamers zich van hun artistieke zijde lieten zien en hun stempel drukten in de regio. Tot nu toe komt de nostalgie naar boven van wat de sterren in de contreien hebben gepresteerd.
Eigen benen
Handelsmerk was ‘Made in Suriname’. Alles was, voordat men droomde van kader, zelfwerkzaamheid. Op eigen benen staan. Geen geschoolde trainers en geen professionele bestuurders, geen geschikte velden en schrijnende armoede. Nauwelijks literatuur.
Bij boekhandel Varenkamp lag als uitzondering op de planken het boek ‘Beter Voetbal’ van de radioverslaggever Ir Ad Emmenes die de oude speelwijzen, zoals het stopperspilsysteem en het magische vierkant beschreef. Zijn pennenvrucht werd verslonden door jongeren die iets meer theoretische kennis over het voetbalspel wilden opdoen.
Zou de Stichting Instituut Sportopleidingen van Ro Kolf in die tijd hebben bestaan, zou ze een goudmijn zijn door de drang naar meer theoretische kennis. Alles hadden de jongens van de vorige generatie van de praktijk. Dat enkelen met een natuurlijke aanleg niet alleen in het Caribisch Gebied hun naam maakten, maar ook in Brazilië en Nederland was daarom verbluffend en voorbeeldgevend.
Achterstand
Iconen, onder wie Ruud Gullit, Frank Rijkaard en Patrick Kluivert, zijn genetisch bevoorrecht wat ten nutte kwam van de Nederlandse gemeenschap. Dit alles geschreven hebbende geeft een duiding dat Suriname beter verdient en een grote achterstand heeft op ontwikkelingen in voetbal. Meer dan een straatlengte en is het dus begrijpelijk dat het begin januari 2024 wil gaan behoren tot één van de landen met een profstatus.
Verwey, voormalig voorzitter van de Surinaamse Zaalvoetbalbond, werd benoemd tot voorzitter van de commissie ‘Herstructurering Surinaams voetbal’. Hij zet voort het pionierswerk dat zijn voorganger Derrick Emanuels heeft klaargelegd. De Leo Victor-man is de architect geweest van het project ‘Betaald voetbal’. “Vorig jaar kwam een delegatie van de Concacaf in Suriname. Bij die gelegenheid hebben ze ons het verwijt gemaakt geen meters te hebben gemaakt bij het van de grond tillen van de zogeheten profleague”, geeft Verwey toe.
Er zijn toen volgens hem drie zaken aan de orde gekomen: wijziging van de statuten, het financiële verslag accorderen door de clubs en de league handen en voeten te geven. Een stuurgroep van acht leden werd ingesteld met Verwey als voorzitter. “De opdracht is toen gegeven dat het team zich zou richten op de reorganisatie en het herstructureren van het Surinaamse voetbal, waarbij de profleague het paradepaardje, de aanjager van het geheel, moet zijn.”
Oriëntatie
Volgens hem is de stuurgroep sedert de aanstelling eind vorig jaar daar mee bezig geweest. “We hebben intens consultaties gehouden met alle verenigingen. Zeker de eerste en tweede divisie, de Vereniging van Sportjournalisten in Suriname, de SVB Office, de Concacaf, trainers van Jamaica en de Dominicaanse Republiek. We wilden een beeld hebben van omliggende landen hoe de league zich heeft ontwikkeld. Canada heeft ook pas vier jaar een profleague.”
Verwey vertelt dat de oriëntatiegesprekken de stuurgroep een beeld hebben gegeven over het reilen en zeilen van de profcompetitie in sommige landen. “Wij hadden de uitdagingen, kansen en perspectieven nodig om een structuur te ontwikkelen naar Surinaams model. De duurzaamheid moest worden onderzocht, het verbreden van de basis zodanig dat de jongen van Abrabroki zich volledig kan ontwikkelen. Een goede basis leggen voor het talent om vanuit de brede basis de top te bereiken.”
Transitieplan
Hoewel de profleague in januari 2024 moet aanvangen, is er een transitieplan van drie jaar ingesteld. Daarbij zal veel aandacht worden besteed aan kader voor ontwikkeling. “Trainers, bestuursleden van de clubs, van de SVB, van de SVB Office moeten een transformatie ondergaan. De weerspiegeling die we vanuit het veld willen zien moet het resultaat zijn van de top-downbenadering die naar een hoger en ander niveau moet worden getild. Daardoor wordt de basis gelegd voor een gezonde organisatie, een gezonde SVB.”
Verwey stelt dat de mindset bij bestuurders erop moet zijn gericht om de onemanshow-gedachte achter zich te laten. “Dus er is veel werk aan de winkel”, geeft hij toe. “Ik zeg sportleague is leuk als eerste stap, maar als we er niet over de hele linie naar gaan kijken heeft de league weinig betekenis voor ons voetbal. De league moet het vernieuwende als kenmerk hebben, met de speerpunten transparantie en duurzaamheid.” Hij legt uit dat de eigenaren van de clubs eigenaar van de league zijn. Door die benadering krijg je, aldus Verwey, de betrokkenheid “want het is hun league”. De zogenoemde League Office zal in belangrijke mate ondersteuning moeten geven aan het proces van professionalisering.
