
GANGA /Sharda Ganga
De president stelt een Jeugdplatform in. Een wat, vraagt u? Een Platform voor de Jeugd. Om wat te doen, wil u weten? Om hem te adviseren, natuurlijk. Waarover? Volgens het krantenbericht (dWT Online van donderdag) “in heel wat zaken aangaande jongeren”. Dat is helder gezegd, ferm gesproken, een duidelijk mandaat. Maar wacht, er is meer!
Het platform zal “een brug moeten gaan vormen naar de studenten toe en als klankbord dienen wanneer jongeren issues hebben”, formuleerde het staatshoofd verder, nog even trefzeker, precies. Ik raakte een beetje in de war. Zijn alleen studenten jongeren? Zijn alle jongeren studenten? Moet het platform zich niet richten op jongeren die niet studeren? Wie zijn jongeren?
“De president desavoueert zijn eigen ministers continu en beseft blijkbaar niet dat hij zichzelf daardoor steeds meer laat kennen als een slecht manager en een slechte leidinggevende”
Volgens mij weet de president niet dat er een ministerie is dat zich bezighoudt met het jeugdbeleid, namelijk het ministerie van Arbeid, Werkgelegenheid en eh, Jeugdzaken, dacht ik even. Maar hij weet het wel, maar hij is blijkbaar niet tevreden met het werk dat minister Mac Andrew en zijn team verrichten, want het Santokhi Jeugdplatform is door de president geïnstalleerd “voor een betere aansturing van het jongerenbeleid”. Met andere woorden: het Jeugdplatform op het kabinet van de president gaat sturen, maar de minister van AWJ beheert de versnelling, het gaspedaal en/of de rem? Het platform is een soort mini-ministerie.
Dat de leden van het platform nauwelijks meer tijd zullen hebben om te slapen of zelf te studeren is duidelijk, want de president heeft ze de opdracht gegeven dat ze de doelgroep moeten wijzen op de “vele voordelen van de vele overheidsprojecten die passen binnen het regeringsbeleid”. De regering “voert tal van projecten uit, waarvan de jongeren niet op de hoogte zijn”. Hij somde die vervolgens op: studiefinanciering via de NOB, gratis schooltransport via TCT, ‘Gratis Wifi op scholen’-project, werkgelegenheid en het landelijke woningbouwprogramma (waar? waar?).
En zo wordt pas aan het einde duidelijk wat de werkelijke taak is van het Santokhi Jeugdplatform: “Jullie moeten er goed werk van maken, zodat onze jongeren op de hoogte worden gebracht van al deze projecten”, aldus Santokhi tegen de leden van het Jeugdplatform. We hebben een communicatie unit van de president, we hebben de Communicatiedienst Suriname, we hebben communicatie units op de ministeries, we hebben communicatie adviseurs, communicatie specialisten (een door de regering aangestelde adviseur is niet noodzakelijkerwijs een specialist), maar die zijn niet in staat om de jongeren te vertellen over deze projecten, dus wordt er nog een ding opgezet waar wij voor betalen. En we zouden de overheid gaan stroomlijnen, weet u nog? Want we moeten ernstig bezuinigen op de overheidsuitgaven.
De president desavoueert zijn eigen ministers continu en beseft blijkbaar niet dat hij zichzelf daardoor steeds meer laat kennen als een slecht manager en een slechte leidinggevende die niet in staat is om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen. Hij heeft ook nooit de managementles geleerd dat uiteindelijk de persoon aan de top de uiteindelijke verantwoordelijkheid draagt voor het falen van zijn team.
Zoals met het sociaal programma van het Herstel/IMF/Pina-plan. Na twee jaar is de president pas wakker geworden en ontdekte hij dat er wel twee (volgens mij drie) kapiteins op het schip zijn op Sozavo. Dat ontdekte hij pas toen de IMF-missie al was geland. Als u werkelijk gelooft dat hij niet eerder wist dat het gigantisch fout gaat met de sociale uitkeringen, dan wil ik heel graag weten wat u drinkt, want zo onschuldig zou ik ook wel door het leven willen gaan.
Een indringender brevet van onvermogen kan ik me nauwelijks indenken: de president geeft leiding aan een regering die miljoenen op de bank heeft staan om het leed van de meest kwetsbaren te lenigen, maar er wordt slechts gefocust op de bezuinigingsmaatregelen, het afschaffen van subsidies, het tegemoet komen aan eisen. Het geld blijft liggen en het IMF, het IMF! moet Suriname op de vingers tikken dat het te weinig uitgeeft. Het is duidelijk: de mensen, hun leed, hun zorgen zijn nimmer het uitgangspunt geweest van de regering, want anders zou de bescherming van de meest kwetsbaren de hoogste prioriteit hebben gehad. Het geld was geen probleem, het was er al die tijd. I rest my case.