
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft het Hof van Justitie (HvJ) in overweging gegeven na te gaan of er geen consequenties moeten worden verbonden aan of maatregelen moeten worden genomen tegen het mediaoffensief van Robert van Trikt. Strafrechtjuristen zijn het niet eens met de vervolging en spreken van een ernstige schending van het recht van vrije meningsuiting.
Tekst Wilfred Leeuwin
Beeld dWT archief
Van Trikt staat in hoger beroep terecht in de geruchtmakende strafzaak bij de Centrale Bank van Suriname, waar hij in zijn hoedanigheid van governor strafbare feiten zou hebben gepleegd. Hoewel hij in eerste aanleg onschuldig had gepleit, was hij was schuldig bevonden en veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf en een boete van SRD 500.000. Hij ging tegen het vonnis in beroep.
“Het OM mist elke bevoegdheid om het recht op vrije meningsuiting van Van Trikt te willen beperken”
Milton Castelen
Beeldvorming
Op 7 november 2022 werd Van Trikt, na maandenlang voorarrest, vanwege humanitaire redenen (gezondheid), voorwaardelijk in vrijheid gesteld. Na afstemming met zijn advocaten Chandra Algoe en Irvin Kanhai geeft hij al geruime tijd zijn versie van de zaak in de media. Het OM vraagt in een brief aan het HvJ te toetsen of de voorlopige invrijheidstelling geen verkeerde beslissing is, omdat de verdachte zich sinds toen niet bezig houdt met zijn ‘zogenaamde’ gezondheidsissue, maar een strak mediaoffensief voert en de rechtszaak inhoudelijk bespreekt.
Behalve dat consequenties hieraan moeten worden verbonden, vraagt het OM het HvJ ook te toetsen of de voorwaarden voor zijn invrijheidstelling niet moeten worden aangevuld door hem te verbieden de rechtszaak publiekelijk te bespreken. Volgens het OM kan in de media een verkeerde beeldvorming ontstaan over het strafbare feit. “De zitting is bij uitstek de plek waar een juridische strijd moet worden geleverd”, schrijft het OM.
Het vervolgingsapparaat wijst er wel op dat media-aandacht nog nooit de motivering voor een uitspraak of straftoename heeft kunnen beïnvloeden. Het is van belang dat dit ook zo blijft en dat partijen binnen de strafrechtpleging zich professioneel opstellen door geen feitelijke details publiekelijk of zelfs de rechter te bespreken terwijl de zaak nog in behandeling is.
Geen beperking
“Het Openbaar Ministerie vraagt het hof in feite om Van Trikt te straffen, omdat hij gebruik maakt van zijn recht van vrije meningsuiting. Daarmee gaat het OM voorbij aan het feit dat zolang Van Trikt geen definitief vonnis heeft waarin hij schuldig is bevonden, hij het recht heeft om als een onschuldige persoon te worden behandeld. Daarenboven mist het OM elke bevoegdheid om het recht op vrije meningsuiting van Van Trikt te willen beperken”, zegt jurist Milton Castelen, die is gespecialiseerd in internationaal strafrecht en mensenrechten, tegen de Ware Tijd.
Hij wijst erop dat de voorlopige hechtenis geen strafmaatregel is geweest. “Het is daarom vreemd dat het OM de in vrijheidstelling nu in een sfeer brengt van afstraffen door rechten en vrijhedenbeperkende maatregelen daaraan te willen koppelen die niets te maken hebben met het doel van de voorlopige hechtenis. De brief van het OM is zeer te betreuren”, vindt Castelen.
Strafrechtjurist Murwin Dubois stelt dat Van Trikt in de media nimmer het gerecht heeft besproken, maar de standpunten van zijn advocaten tijdens openbare rechtszittingen verder heeft toegelicht. Over de stap van het OM zegt de advocaat tegen de Ware Tijd: “Ik vind dit een flagrante schending van het recht op vrije meningsuiting, dat juist één van de ankers is van het recht.”
OM zocht zelf publiciteit
Beide advocaten zijn verbaasd over de actie van het OM, omdat het volgens hen juist het vervolgingsapparaat is geweest dat de publiciteit heeft gezocht, door deze zaak kenbaar te maken, met “tal van ongeverifieerde beschuldigingen”. “De publieke opinie is zwaar bespeeld. In de samenleving leeft al langer dan drie jaar een totaal verkeerd beeld over wat zich bij de Centrale Bank heeft afgespeeld. Van Trikt heeft het volste recht dat nu naar zijn inzichten recht te trekken”, zegt Dubois.
Ook hem verbaast het dat het OM het publiekelijk optreden van de voormalige governor in verband brengt met zijn voorlopige invrijheidstelling. “Die is op basis van humanitaire gronden en daarbij is aantasten van zijn mensenrecht, om zich vrijelijk te uiten, niet als voorwaarde beperkt. Alleen zijn paspoort is in beslag genomen en hij moet bij elke zitting aanwezig zijn”, zegt de jurist.
Castelen meent dat met deze actie van het OM de democratische rechtstaat wordt getart. Hij benadrukt dat artikel 13 van het Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens garandeert dat iedereen het recht heeft op vrijheid van denken en meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid om onbegrensd informatie en ideeën van welke aard dan ook te zoeken, te ontvangen en te delen, hetzij mondeling, schriftelijk, in druk, in de vorm van kunst of via enig ander medium naar keuze.