
“Door de ontwikkelingen op het gebied van automatisering en kunstmatige intelligentie zal de outsourcing sector snel veranderen. Een deel van het werk dat nu door mensen wordt gedaan, zal in de toekomst door machines worden overgenomen. Mensen met geavanceerde vaardigheden zijn nodig, omdat de problemen die ze moeten oplossen steeds complexer worden.” Dit zegt Frank Meijer, managing director van Webhelp Suriname die nu elf jaar in Suriname woont, over outsourcing.
Tekst en beeld Kevin Headley
De Ware Tijd spreekt hem in het Webhelp-gebouw aan de Jagernath Lachmonstraat tegenover het Centraal Bureau voor Burgerzaken, dat bijna duizend mensen kan herbergen. Momenteel is driekwart bezet. Het is één van de drie panden van de onderneming. Deze sector is aanzienlijk aan het groeien in Suriname en biedt de lokale bevolking diverse kansen.
Eén van de zekerheden is dat de groei de komende tien jaar zal doorzetten en aanzienlijk zal bijdragen aan de Surinaamse economie. Outsourcing is het uitbesteden van bedrijfsactiviteiten door een organisatie aan een dienstverlenend bedrijf of toeleverancier als gevolg van een strategische keuze.
“We hebben geen specialisten nodig, maar generalisten; mensen met een brede ontwikkeling. Het onderwijs moet hierop inspelen”
Wanneer bijvoorbeeld iemand in Nederland belt naar de Nederlandse Spoorwegen (NS) voor reisinformatie of iets anders, wordt die vrijwel zeker geholpen door een medewerker van een callcenter in Suriname. Net als een aantal andere grote Nederlandse bedrijven besteedt NS dit deel van haar bedrijfsvoering uit aan één van de vele outsourcing bedrijven in Suriname.
Goedkoper
Webhelp biedt een plezierige werkomgeving, waar regelmatig teambuildingactiviteiten worden georganiseerd, zoals sportdagen en uitjes, om de saamhorigheid te bevorderen. Over teambuilding zegt de directeur dat wanneer mensen zichzelf als belangrijk onderdeel van het bedrijf ervaren ze zich er harder voor inzetten. Verder is zijn bedrijf een omgeving die medewerkers stimuleert om het beste uit zichzelf te halen, biedt het kansen voor groei, met zelfs mogelijkheden om op andere locaties in andere landen te werken en ruimte om naast het werk nog te studeren.
De groeiende outsourcing bedrijven bieden de bevolking mogelijkheden om goed te verdienen in een aangename werkomgeving en moedigen persoonlijke ontwikkeling aan. Meijer beweert dat outsourcing booming business is in het land en dat bijna vierduizend mensen in deze branche werken. Hij ziet de potentie in Suriname.
De eerste bedrijven kwamen in 2005/2006 naar Suriname om te onderzoeken of het uitbesteden van diensten van Nederlandse bedrijven aan bedrijven in Suriname mogelijk was. “Het verliep redelijk goed, met vallen en opstaan. Eén van de voordelen voor Nederlandse bedrijven om diensten uit te besteden aan Suriname zijn de kosten. Je kunt bepaalde productie van Nederland goedkoper in Suriname laten uitvoeren, maar de geleverde kwaliteit moet hoog zijn. Deze kwaliteit hebben we kunnen leveren, waardoor de branche snel groeide.”
Volgens Meijer is het beeld de afgelopen twee tot drie jaar dat veel mensen overstappen naar andere banen in het bedrijfsleven, waar ze meer kunnen verdienen en callcenterwerk niet meer zo aantrekkelijk is. “Nederland heeft strengere wetgeving omtrent flexwerk en flexibele contracten, wat het voor veel bedrijven in deze branche, waar flexibiliteit cruciaal is, moeilijker heeft gemaakt om zaken te doen. Suriname is daardoor interessanter geworden voor bedrijven om dit werk aan uit te besteden.”
Perspectieven
Het is bekend dat veel Surinamers kiezen voor een baan bij de overheid. Bovendien is de werkgelegenheid in het land beperkt. De callcenterbranche biedt zeker een alternatief, vooral voor Surinaamse jongeren.
“De gemiddelde leeftijd bij ons is 25 jaar”, zegt Meijer. “Je merkt ook dat jongeren elkaar aantrekken en stimuleren om er te komen werken. Daarom hebben we ook een jonge en moderne cultuur. De salariëring is voor Surinaamse begrippen heel goed. De arbeidsomstandigheden zijn vrij goed en je hebt een stuk zekerheid. Daarnaast bieden de werktijden, we werken namelijk in realtime met onze buitenlandse opdrachtgevers, de mogelijkheid om ook een studie ernaast te doen.”
(Bericht gaat verder na de foto)

Veelal beginnen de werknemers al heel vroeg in de ochtend, rond een uur of drie en werken er tot een uur of twaalf. “Vergis je niet, het is best hard werken. Het is vooral snel handelen. Je bent soms met vier chats tegelijk bezig; een klant heeft een fout in zijn rekening, een andere wil specifieke informatie. Je bent constant bezig en moet snel kunnen handelen. Vooral jongeren worden door deze dynamiek aangetrokken.”
Scholing en toekomst
Hoewel het bedrijf ook werk doet voor Amerikaanse ondernemingen zijn de Nederlandse de grootste afnemers. Eén van de redenen hiervoor is natuurlijk de gemeenschappelijke taal tussen beide landen: het Nederlands. “Voor Nederland is Suriname de enige serieuze optie voor dit werk. Op de (vroegere Antilliaanse, … red.) eilanden zijn er te weinig mensen en wordt niet veel Nederlands gesproken, wat het niveau niet bevordert. Het opleidingsniveau in Suriname is goed genoeg voor onze industrie.”
Echter, het onderwijs in het land maakt ook zware tijden door. Naast beperkte middelen neemt het onderwijsniveau af en dat baart Meijer zorgen. Mensen moeten analytisch sterk zijn en empathisch. “We hebben een brede basis van vaardigheden nodig op alle niveaus om onze Surinaamse jeugd te vormen en verder te helpen. We hebben geen specialisten nodig, maar generalisten; mensen met een brede ontwikkeling. Het onderwijs moet hierop inspelen.”
Onderzoek en demografie, gekoppeld aan het onderwijsniveau in Suriname, geven aan dat er werkgelegenheid is voor tienduizend tot twaalfduizend mensen zegt de directeur. “Er is nog steeds groei en dit kan zeker worden verdubbeld, maar het kan ook weer snel afnemen als de capaciteit ontbreekt. Het bedrijfsleven en de overheid moeten daarom samenwerken om het onderwijs aan te passen aan de behoeften van de arbeidsmarkt. In anticipatie op de ontwikkelingen in olie en gas zijn er enkele technische opleidingen gestart, maar we moeten ook kijken naar de behoeften van andere branches. We moeten een kennisland opbouwen, een land van vaardigheden. Algemene vaardigheden van de jeugd moeten omhoog. Niet gericht op specifieke beroepen, maar op analytisch vermogen, brede ontwikkeling en besluitvormingsvermogen. Dit moeten we gezamenlijk overwegen, want we zijn van elkaar afhankelijk – politiek, bedrijfsleven – en daarom is samenwerken essentieel.