
NIEUW-NICKERIE — Nadat VHP-parlementariërs van Nickerie, onder wie Harriët Ramdien, in niet mis te verstane woorden hun ongenoegen hebben geuit over ‘gronduitgifte’ in Nickerie waarachter de Abop zou zitten, heeft president tevens VHP-voorzitter Chandrikapersad Santokhi ingegrepen. Over de grond toegewezen aan stichting Radjie Rijst Industrie schrijft de Communicatiedienst Suriname dat minister Dinotha Vorswijk van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) zowel telefonisch als schriftelijk tegenover het staatshoofd heeft bevestigd dat het een omissie betreft, die onmiddellijk zal worden gecorrigeerd.
In zijn antwoord aan de bewindsvrouw heeft Santokhi vrijdag geschreven dat de uitgegeven toewijzingsbeschikking aan de stichting terstond moet worden gecorrigeerd “middels een ‘vaststelling vervallen grondhuurbeschikking’, zodat de grond wederom in de boezem van de staat terugkeert”. Hij wil een kopie van de vervallen grondhuurbeschikking, terwijl Vorswijk “onmiddellijk” een afschrift van de vervallenverklaringsbeschikking moet opsturen voor de stichting Radjie Rijst Industrie, het MI-Glis en overige relevante instanties en actoren.
De juridische deskundigen van de minister moeten verder deze kwestie voldoende uitwerken en een kopie van hun rapport opsturen voor het staatshoofd. Santokhi wil ook de documentatie over de manier waarop de uitgifte van de grondhuurbeschikking aan de stichting heeft plaatsgevonden. “Verder zal minister Vorswijk, met inachtneming van de Personeelswet, de nodige maatregelen moeten treffen tegen ambtenaren die in deze kwestie buiten hun bevoegdheden hebben gehandeld. Ook hiervan verwacht president Santokhi rapportage”, schrijft de CDS.
Presidentieel besluit
De ministeriële beschikking aan Goldline Mining heeft het staatshoofd eveneens vrijdag, voor de duur van zes maanden, via een presidentieel besluit opgeschort. De CDS geeft aan dat hij daarbij “meerdere aspecten in overweging heeft genomen”.
Goldline Mining had bij beschikking van Abop-minister David Abiamofo van Natuurlijke Hulpbronnen het recht verkregen voor de exploitatie van bouwmaterialen (natuursteen en steenslag) in district Sipaliwini, op vermoedelijk 360 hectare ten zuiden van de Rijweg naar Apoera en ten noorden van de Paris Jacobkreek. Ook was voor de exploitatie van rivierzand driehonderd hectare in district Nickerie, een gedeelte van de Corantijnrivier, toegewezen.
“Dit besluit heeft echter veel vraagtekens opgeroepen bij de samenleving en met name de leefgemeenschappen die in de nabije omgeving van de concessies woonachtig zijn”, luidt één van de overwegingen van Santokhi. Verder zouden, aldus de president, de leefgemeenschappen van onder meer Kabalebo, sterk in twijfel trekken dat het sec zou gaan om een concessie voor zand-, grind- en natuursteen afgravingen, maar dat het hier mogelijkerwijs ook om goudwinning zou gaan, waar de bewoners pertinent tegen zijn.
In het persbericht wordt gesteld dat de plaatselijke samenleving vreest voor vervuiling van het water en milieu, waar zij voor haar dagelijkse levensonderhoud afhankelijk van is. Ook wordt opgetekend dat een mogelijke vervuiling van het rivierwater kan doorwerken op de rijstbouw in Nickerie. Deze uitgiften zijn ter sprake gebracht in het parlement, waardoor de regering het noodzakelijk acht deze aan een nader onderzoek te onderwerpen.
“Om te voorkomen dat de concessiehouder overgaat tot het plegen van rechtshandelingen in de uitgegeven gebieden, acht de regering het nodig met spoed daartoe maatregelen te treffen”, schrijft CDS. Daarom is vrijdag besloten per direct de beschikking voor een halfjaar te schorsen. Los van Abiamofo zijn de Surinaamse Notariële Beroepsorganisatie, notarissen in Suriname, de bewaarder van MI-Glis, de Surinaamse Bankiersvereniging en de Kamer van Koophandel en Fabrieken ingelicht over het presidentiële besluit.