
Ruim drie jaar lang heeft de regering van president Chandrikapersad Santokhi het volk te veel uitgeknepen, waar geen compensatie tegenover stond. Dat is kort samengevat de boodschap waarmee Anastasia Guscina van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) vorige week de Surinaamse leiders terechtwees. Vrijwel iedereen in het land ervaart dat al lange tijd aan den lijve, maar Santokhi wilde niet horen. Maar nu zal hij wel actie móeten ondernemen om verlichting te brengen. En weer niet dat fake licht in het vooruitzicht stellen dat volgens hem in de tunnel schijnt.
Tekst Armand Snijders
Beeld CDS
Het structureel hervormingsprogramma van de regering is mislukt, waardoor alle offers die het volk de afgelopen jaren heeft moeten brengen, voor niets dreigen te zijn geweest. Dat was de kern van de harde boodschap van Guscina. Ze is van mening dat de regering-Santokhi van de sociale bescherming een bijzaak heeft gemaakt en daar te weinig geld voor heeft vrijgemaakt. “De resultaten zijn daardoor voor het volk teleurstellend.”
“Zolang de regels (van het IMF) niet worden overtreden, mag het geld anders worden aangewend”
Stanley Raghoebarsing
Vanaf de aanvang van de uitvoering van het door het IMF ondersteunde economisch herstelprogramma, had de regering veel meer moeten én kunnen doen om mensen die door de maatregelen hard worden getroffen, financieel tegemoet te komen. Maar dat heeft ze nagelaten, constateert het IMF, waardoor die maatregelen – waaronder de afschaffing van verschillende subsidies en de invoering van de belasting over de toegevoegde waarde (BTW) – veel te zwaar op veel gezinnen drukken.
Hand op de knip
Terwijl de instantie vanaf het begin heeft benadrukt dat meer geld moest worden uitgegeven om de koopkracht niet te ver te laten terugzakken, hield de regering vooral de hand op de knip. In ieder geval voor incentives die de lasten konden verlichten. Vaak ook onder het mom dat het IMF-programma die ruimte niet bood, wat dus niet klopt. Bovendien, de hand werd niet op de knip gehouden voor de eigen uitgaven, zoals de vele reizen, het subsidiëren van de SLM en het aanstellen van nogal wat ambtenaren, consultants en adviseurs uit met name eigen family & friends-kringen.
Santokhi was drie jaar lang Oost-Indisch doof voor alle kritiek die herhaaldelijk over hem werd uitgestort. Hij ging ondanks het toenemende verzet stug door: hij zette wel een sociaal programma op om de gevolgen van die maatregelen zoveel mogelijk op te vangen, maar aan de uitvoering schortte het dus behoorlijk. En nog steeds is dat het geval. Het geld dat is gereserveerd voor bijvoorbeeld de koopkrachtversterking, wordt slechts ten dele besteed en komt voor een deel bij mensen terecht die er geen recht op hebben.
Bewust te weinig geld
Nu blijkt dat de regering heel bewust te weinig geld heeft vrijgemaakt voor noodlijdende landgenoten. Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning gaf in het weekend op de radio ruiterlijk toe dat de gelden die waren bestemd voor de sociale uitkeringen voor andere doelen zijn gebruikt. “Zolang de regels (van het IMF, … red.) niet worden overtreden, mag het geld anders worden aangewend”, stelde hij achteloos. Dit wil dus zeggen dat het sociaal programma bewust voor een deel niet is uitgevoerd. En vooral minister Uraiqit Ramsaran van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (Abop/Pertjajah Luhur) werd daardoor in een nog slechter daglicht geplaatst.
“De president moet ervan doordrongen zijn dat er vanuit Washington met argusogen naar Suriname wordt gekeken”
Dat uitgerekend het IMF Santokhi erop moet wijzen dat zijn sociale programma aan alle kanten tekortschiet, is heel opmerkelijk. Want dat een groot deel van het volk momenteel op een bitter houtje bijt, komt deels door de zware maatregelen die de regering van de internationale organisatie moet doorvoeren om drie jaar lang 52 miljoen US dollar per kwartaal te krijgen. Suriname is al een aantal van die tranches misgelopen omdat het niet aan de voorwaarden voldeed.
Jammerlijke ondermaatse prestaties
Echter, Guscina hoopt dat het beleid van de regering de komende tijd aanzienlijk zal verbeteren. “De jammerlijke ondermaatse prestaties en de inspanningen moeten worden opgevoerd om de doelstellingen vóór het einde van het jaar te halen en er ook voor te zorgen dat het geld bij de juiste mensen terechtkomt. En dat de waarde van die uitkeringen niet wordt uitgehold door inflatie. We hebben dit gesprek dus met de president gehad en hij is van plan deze situatie ter harte te nemen”, zei ze streng.
Het is te hopen dat Santokhi al de aanbevelingen die hij heeft gehad niet alleen heeft gehoord, maar er ook concreet wat mee doet. Want hij heeft altijd wel een luisterend oor, maar komt doorgaans met allerlei beloften die hij vervolgens niet of nauwelijks nakomt. Zo gaat het al drie jaar: met de regelmaat van de klok staan er groepen mensen met allerlei grieven op zijn stoep. Meestal levert het niets voor ze op dan dat ze bij hem hebben aangeklopt.
Ongekende proporties
Zoals ook de vele voorgesprekken in het kader van de geschrapte nationale dialoog weinig verandering en rust in het land hebben gebracht. Hierdoor ligt het land momenteel weer deels plat, de onrust neemt iedere dag toe en het wachten is totdat de protesten ongekende proporties aannemen. Dat het staatshoofd desondanks naar Saudi-Arabië is gereisd om een “noodzakelijke” bijeenkomst van de Caricom bij te wonen, geeft eigenlijk aan dat die binnenlandse onrust hem niets kan schelen. Zijn clusterministers mogen die oplossen.
Dat zal Guscina – en met haar de rest van het IMF – ook niet zijn ontgaan. Maar de president moet ervan doordrongen zijn dat er vanuit Washington met argusogen naar Suriname wordt gekeken en er eind dit jaar echt verbetering moet zijn voor de mensen die het inderdaad nodig hebben. Anders zou de geldkraan opnieuw kunnen worden dichtgedraaid.