
OP HET WILLEBROD Axwijk sportcentrum was het weer raak. Vier jeugdigen tussen vijftien en dertien jaar zijn een kantoor via het dak binnengedrongen met de bedoeling koper te stelen. Er was zelfs al koperdraad klaargezet om mee te nemen, maar door oplettende buurtbewoners die de politie alarmeerden kon dit voorkomen worden en werden de dieven opgepakt. Het is de zoveelste keer dat het centrum getroffen is door inbraak of andersoortige diefstal.
De sportfanaat Willebrod Axwijk zou zich in zijn graf keren als hij zou weten hoe wordt omgegaan met het sportcentrum, waar zijn naam aan verbonden is. Deze krant heeft eerder in het sportcommentaar gesteld dat niet eens voor minimale beveiliging gezorgd wordt, het onderhoud te wensen overlaat en kapitaalvernietiging plaatsvindt. Dit geldt overigens ook voor veel andere sportaccommodaties onder overheidsbeheer. Ook dit is vaker gesteld.
“Het Willebrod Axwijksportcentrum, een aanvankelijk mooi, schoon complex is verworden tot een plek die een geest ademt van verwaarlozing”
Het zal niet verbazen dat sporters die zijn voortgekomen uit het sportcentrum en het verval mee maken meewarig het hoofd schudden. Het Willebrod Axwijksportcentrum, een aanvankelijk mooi, schoon complex is verworden tot een plek die een geest ademt van verwaarlozing. Er is geen sprake van het koesteren van de fysieke voorziening, neergezet door de bedenkers van het project.
Opeenvolgende beleidsmakers kennen één stopuitdrukking: geen of onvoldoende geld. Houdt het daarmee op? Dan hoeft niemand groot te dromen om de wereldtop te halen, omdat het weinige dat we hebben aan sport en recreatie het moet afleggen tegen de race van de economie en toezien hoe het welzijnspeil van sport, recreatie, en vrijetijdsbesteding, en daarmee indirect de volksgezondheid, wegkwijnt.
Ambtenaren belast met de uitvoering doen over het algemeen hun best de zaak in goede banen te leiden maar bereiken veelal een punt waar ze moedeloos van worden. Eigenlijk is het dweilen met de kraan open. Hier een kleine schoonmaakbeurt en daar ook wat vuil op halen maar tot echt onderhoud komt het niet en uiteindelijk leidt dit tot verwaarlozing.
Neem bijvoorbeeld het gebouw dat op het complex staat. Thuis- en daklozen hebben daar hun intrek genomen. De politie komt langs, ontruimt, maar het lijkt wel op een draaideur, want de ongewenste bezoekers blijven komen. Dat verdient de kinderrijke omgeving waar het centrum staat niet.
Personen die sterke gezinnen moeten bevorderen en de mond vol van hebben dat ledigheid des duivels oorkussen is, dienen voorop te lopen en eisen dat voorkeur wordt gegeven aan buurttehuizen waar jongvolwassenen terecht kunnen voor nuttige en educatieve programma’s. Door deze programma’s kunnen talenten worden ontdekt en kan worden begonnen met het daadwerkelijk indammen van de onveiligheid in de buurten en het ontlasten van de politie zonder vervoer en onvoldoende manschappen.
Het gebouw op het complex is neergezet met de bedoeling voornamelijk diensten die zich met sportzaken bezig houden, te huisvesten. Maar waarom het nog altijd leegstaat is niet duidelijk.