
IN DE NIEUWE statuten van de Surinaamse Voetbalbond, SVB, zoals die door de leden in september zijn goedgekeurd, zijn er belangrijke structurele wijzigingen aangebracht ten opzichte van de verouderde statuten. Hierdoor kan de SVB, als grootste sportbond van het land voortaan echt op professionele wijze worden bestuurd. Een bijzondere doorbraak is dat de positie van de vrouw in de voetbalsport op het hoogste niveau nadrukkelijk is geregeld.
Voortaan moet in lijn met regels van de Fifa/Concacaf- tenminste één vrouw in het bondsbestuur worden gekozen. Daarnaast moeten ook in andere organen van de bond vrouwen worden opgenomen. Vrouwenvoetbal krijgt een speciale voorkeur van de internationale organisaties en mag jaarlijks rekenen op forse financiële injecties.
Een fundamenteel obstakel was dat besluiten over vrouwenvoetbal zijn genomen, zonder participatie van vrouwen
In SVB-kringen is toegegeven dat vrouwenvoetbal niet de vereiste ondersteuning krijgt en dat de ontwikkeling achterloopt. Vrouwenvoetbal in Suriname mag op dit moment nog beschouwd worden als een stiefkind. Deelname aan internationale wedstrijden is veelal teleurstellend afgelopen.
Hoewel steun is gezocht bij de diaspora vrouwen is de vuurkracht benedenmaats. De interne organisatie laat te wensen over en er staan aan de basis niet de juiste personen om de ontwikkeling richting te geven. Daarover zijn er veel klachten van vrouwen die een totaal andere, moderne kijk hebben op de aanpak van vrouwenvoetbal.
Voordat de Fifa zich boog over de concept-statuten hebben vertegenwoordigers hoorzittingen gehouden met verantwoordelijke bestuurders.
Een fundamenteel obstakel was dat besluiten over vrouwenvoetbal zijn genomen, zonder participatie van vrouwen. Die zijn in velden noch wegen te bekennen in besluitvormende organen.
De oorzaken buiten beschouwing gelaten mag het nooit meer voorkomen dat een vrouwenselectie het vertrouwen opzegt in het bestuur van de SVB, zoals enkele maanden geleden gebeurd is. De speelsters waren de stiefmoederlijke behandeling beu. Opzeggen van de samenwerking met het bestuur wordt gezien als een dieptepunt.
Dat een deel van de vrouwen is teruggekeerd op zijn schreden is niet zozeer een verdienste van het bondsbestuur, dan wel de liefde van de vrouwen voor het land om – zij het onder zeer moeilijke omstandigheden- te proberen toch Suriname ook op voetbalgebied positief uit te dragen. Van de kant van de vrouwen is gesuggereerd dat de kans die door de Fifa is gegeven, moet worden aangegrepen om te komen tot een op ontwikkeling gerichte aanpak van vrouwenvoetbal. Het is enerzijds een verworven recht en aan de andere kant een uitgelezen gelegenheid om nog meer vrouwen aan boord te halen en door regulerend op te treden een beter bestaan van de vrouwen en mannenvoetbalsport te garanderen.
Met tenminste één vrouw in het bestuur en vrouwen ook in andere SVB-organen, zoals commissies, kan voortdurend de vinger aan de pols gehouden worden. Voorzichtig optimisme is gerechtvaardigd dat het vrouwenvoetbal binnen niet al te lange tijd daadwerkelijk ook vanuit het SVB-bestuur gaat leven, met alle positieve gevolgen die daaruit zullen moeten voortvloeien.