
DAT HET AFSLANKEN van het ambtenarenapparaat nog niet naar wens verloopt, komt omdat de regering zegt rekening te houden met sociale aspecten. Ze wil mensen niet brodeloos maken.
Een zorgpunt blijkt het aantal ambtenaren op sleutelposten die op politieke gronden zijn benoemd door de vorige regering en volgens de politieke cultuur in het land niet worden ingezet. De ‘nieuwe’ regering houdt ze op afstand, omdat ze pottenkijkers zouden kunnen zijn en het overheidsbeleid zouden kunnen ondermijnen.
De regering heeft volgens president Chandrikapersad Santokhi een beleid uitgestippeld om eerst een inventarisatie te maken van wie wel op het werken verschijnt en wie niet. Van ongeveer duizend mensen, die niet werken en toch salaris ontvangen, zal de betaling worden gestopt. De autoriteiten zullen dit goed moeten beargumenteren om te voorkomen dat tegen haar gerechtelijke stappen worden ondernomen.
In het kader van sanering van het landsdienarenapparaat heeft de regering met het bedrijfsleven gesproken om overtollige ambtenaren over te nemen. Enerzijds moet de vraag worden gesteld of ambtenaren die nu een luizenleven leiden, bereid zijn de overstap te doen naar een strakke baan waar discipline hoog in het vaandel staat.
Aan de andere kant moet men zich afvragen of het bedrijfsleven bereid is de overheid te helpen haar probleem op te lossen. Hoe de gesprekken tussen regering en bedrijfsleven zijn verlopen is niet duidelijk. Hoe dan ook, sanering zal nu echt van de grond moeten komen, wil de regering de geldstroom vanuit het Internationaal Monetair Fonds (IMF) niet in gevaar brengen.
Met nog geen twee jaar vóór de verkiezing van mei 2025 wordt dit geen makkelijke opgave voor de overheid, omdat juist na de verkiezing van mei 2020 het aantal loyalisten in de ambtenarij is toegenomen. Massale afvloeiing van personeel, zonder dat er voor betrokkenen een aanvaardbaar alternatief is, zal leiden tot meer sociale onrust dan Suriname de afgelopen maanden heeft gehad. Geen brood op de planken en niet kunnen overleven bijvoorbeeld door een goed sociaal vangnet kunnen de knop op rood zetten.
Volgens de Grondwet heeft eenieder recht op werk, in overeenstemming met zijn capaciteit. Er wordt van uitgegaan dat de staat de grootste werkgever is bij wie redelijkerwijs kan worden aangeklopt voor werk. Kennelijk hebben opeenvolgende regeringen, ook de huidige, daarmee rekening gehouden en mensen in dienst genomen, waardoor het waterhoofd dat het ambtenarenapparaat al jaren is, groter is geworden.
Een andere vraag is of de regering zonder al te veel moeite een overzicht uit de computer kan halen over hoeveel personeel de overheid en parastatale bedrijven nodig hebben voor een efficiënte dienstverlening en wat dit de staatskas kost. Dat moet de basis van de sanering zijn.