
Tekst en beeld Sharon Singh
PARAMARIBO — Khicaṟi, kokos catní, guláb jámun en barfí. Allemaal lekkernijen uit de Hindostaanse keuken die vooral in trek zijn op feestdagen. Ruim zestig mensen hebben vrijdag deelgenomen aan een workshop om ze te leren bereiden.
Op 12 november is het Diváli en door deel te nemen aan deze kookworkshop kunnen de mensen zelf hun mithai box – een doos met verschillende snacks – maken. “Bij ons gaat het om kennisoverdracht en in stand houden van de cultuur”, vertelt Indra Salik-Panday, coördinator van de vrouwengroep Nari Team, aan de Ware Tijd. De vrouwenorganisatie is een werkarm van de stichting Organisatie Hindoe Media.
“Je moet ervan houden, want koken vergt tijd, maar het eindresultaat geeft voldoening”
Sharda Bhugwansing
De workshop werd gegeven bij de Shri Krishna Mandir aan de Lalla Rookhweg en omvatte onder meer demonstraties, leren gebruiken van kruiden en proeverij van de lekkernijen die waren bereid. De deelnemers kregen de recepten op schrift.
Eén van de nieuwe gerechten is de kokos catní, bereid volgens de Zuid-Indiase cultuur. De kokosvrucht wordt niet geroosterd, zoals bij de choka-variant, maar wordt in een pan gebakken met mosterdzaad, gember, groene peper, pinda, zoete neem en kerriebladeren. Daarna wordt ze in een blender gedaan en vervolgens wordt er als dressing, olie, getrokken in kruiden, erover heen gegoten.
Interesse
Desiré Kowsoleea (71), een trouwe deelnemer aan kooklessen en –workshops, vertelt aan de krant dat hij al als kind heeft leren koken, omdat zijn moeder niet wilde dat hij afhankelijk zou zijn. “Het gebeurt weleens dat ik bij een culinaire workshop de enige man ben. Koken is altijd mijn passie gebleven.”
Kowsoleea herinnert zich nog een kookworkshop van de jaren zeventig, verzorgd door een vrouwelijke Chinese chef-kok. “Al drie maanden vóór haar komst waren de kaarten uitverkocht. Toen al was ik geïnteresseerd in de diverse keukens die Suriname heeft.”
Volgens hem wordt de culinaire erfenis onderschat. De toerist komt niet op vakantie voor de internationale keuken, maar om traditionele gerechten van het land te proeven. “Daarom zijn deze trainingen nodig, zodat de gerechten geconserveerd blijven.”
Kowsoleea was vroeger heel actief in de sportwereld, heeft in koren gezongen en is vanaf 1968 verbonden aan de padvinderij. “Volgend jaar wil ik zowel jongens als meisjes van de padvinderij meenemen naar een kookworkshop.”
Ook Florine Dawson neemt regelmatig deel aan de cursus van het Nari Team. “Ik heb de recepten uitgeprobeerd en wat eruit komt smaakt best lekker. Eigenlijk kook ik deze soort gerechten al, maar wat niet helemaal overeenkomt met mijn bereidingswijze, zijn de kruiden die de vrouwen hier gebruiken en dat geeft ze juist een typische smaak. Dus dan leer je toch wel kneepjes bij, om de smaak van je schotels te verbeteren.”
(lees verder onder de foto)

Tientallen jaren bezig
Sharda Bhugwansing, sinds een jaar actief als lid van de groep, staat bekend om haar zachte roti’s. Deze keer heeft ze melk barfí (melk toffee met een stevigere structuur) gemaakt. Bij een vorige kooktraining heeft zij zachte roti’s voorgemaakt.
Sinds haar twaalfde is ze in de keuken te vinden. “Ik was toen handlanger”, grapt ze. “Breng dit, breng dat, roer het eten in die pot, zet nog een beetje zout erin… waren de opdrachten die moeder gaf. Maar terwijl je helpt, kijk je ook welke kruiden en ingrediënten ze gebruikt. Op gegeven moment moesten zij en haar oudere zus koken voor het gezin. Je moet ervan houden, want koken vergt tijd, maar het eindresultaat geeft voldoening.”
Op haar 55ste ging ze met vervroegd pensioen. Om haar tijd nuttig te besteden, besloot ze te koken voor mensen in de familie en vrienden. Dat doet ze nu al tien jaar. “Ik doe geen catering, maar bestellingen kan ik wel aan.” Ze maakt Hindostaanse gerechten, dhal soorten, roti, maar ook cakesoorten.
Meerdere projecten
“Koken is slechts een onderdeel van wat we doen”, vertelt Salik-Panday. Het team verzorgt ook informatieochtenden in de districten over sociaal-maatschappelijke onderwerpen. Zo heeft het in Groningen een sessie verzorgd over ‘gezonde familierelaties en boedelkwesties’, waarbij de aanwezigen vragen mochten stellen aan een notaris en een socioloog.
“Na die sessie hebben we van een bezorgde burger een aanvraag gehad om Creola (Uitkijk) te bezoeken. We zijn nu bezig dit te organiseren.” De meneer zei dat de jeugd van die omgeving hulp nodig heeft. “Er is een totale verloedering onder de jongeren, werd ons voorgehouden.”
Eén van de doelstellingen van deze vrouwenorganisatie is problemen onder de jongeren, vrouwen in achtergestelde positie en behoeftigen helpen oplossen. “Elk jaar organiseren we een landelijke vrouwenbijeenkomst, waar problemen worden benoemd, waarvoor een oplossing wordt bedacht.” Dit jaar wordt er nog één kookworkshop gehouden. De organisatie wil rond Moederdag 2024 een receptenboek uitgeven.
