
PARAMARIBO — De wrakingsverzoeken door de verdachten Joël ‘Bordo/Monyhond’ Martinus en Clifton ‘Keppie’ Jongaman tegen kantonrechter Maureen Dayala zijn ongegrond. Dat heeft het Hof van Justitie (HvJ) bevestigd. Bepaald is dat de behandeling van de strafzaak tegen Martinus, Jongaman, Prachand ‘Moena’ Phoeli, Ramesh ‘Rampie’ Phoeli en Albert Gau-Gau kon worden hervat.
Het proces stond maandag weer op de rol. Daarbij was Martinus afwezig. Het is bekend dat hij al een hele poos voortvluchtig is. Tegen hem is een internationaal opsporingsverzoek uitgevaardigd. Het verstek dat was verleend aan Jongaman is maandag gezuiverd omdat hij aanwezig was. Tijdens de zitting werd een onderinspecteur van politie als getuige gehoord. Advocaat Robby Denz, die de broers Phoeli bijstaat, wenst nog vier getuigen te horen.
Het verzoek van advocaat Therese Roos tot opschorting van de voorlopige hechtenis van haar cliënt Gau-Gau werd afgewezen door de rechter. Volgens Dayala zijn de ernstige bezwaren en het onderzoeksbelang namelijk nog aanwezig. Op 18 december wordt de strafzaak voortgezet met getuigenverhoor.
Wraking
Op 17 juli was de kantonrechter niet meegegaan met het formele verweer van Irvin Kanhai, advocaat van Martinus en Jongaman, dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat de dagvaarding niet conform de wet had plaatsgevonden. Dayala werd terstond gewraakt door Kanhai wegens “partijdigheid”.
Volgens hem waren er redenen tot twijfelen aan de “rechterlijke onpartijdigheid en onafhankelijkheid”. De advocaat en zijn cliënten voerden aan dat er bij hen “een opgewekte schijn en gerechtvaardigde vrees voor subjectieve partijdigheid is ontstaan, omdat de volledige neutraliteit van de rechter niet is gegarandeerd”. Dayala zou in haar loopbaan als officier van justitie (ovj) een werkrelatie hebben gehad met de ovj in deze zaak. “Hierdoor is de rechter vooringenomen.”
Na zich te hebben beraden, verklaarde Dayala bij beschikking van 16 augustus de wraking ongegrond. Kanhai besloot daarop bij het HvJ in beroep te gaan. Op 25 oktober bevestigde het hof dat de wraking ongegrond was, omdat er “geenszins kan worden geconcludeerd dat er twijfels zijn over de rechterlijke onpartijdigheid en onafhankelijkheid”. “Het niet eens zijn met de beslissing van de rechter kan in de visie van het hof geenszins leiden tot wraking van de rechter”, oordeelden Dinesh Sewratan, Anand Charan en Ingrid Chhangur-Lachitjaran van het HvJ.
De vijf mannen worden ervan verdacht zich schuldig te hebben gemaakt aan moord, medeplegen/medeplichtigheid tot moord, doodslag, medeplegen/medeplichtigheid aan doodslag, bedreiging met misdrijf, deelneming criminele organisatie en overtreding van de wetten Verdovende middelen en Money Laundering. Ze zouden ook een drugsvliegtuig hebben begraven.